Klik op een knop om de inhoud van een grote opdracht te zien. Ook kunt u dan de daarbij behorende bouwstenen bekijken om te zien hoe dit is uitgewerkt voor de verschillende fasen in het onderwijs.
Taalbewustzijn en taalleervaardigheden
Naar de bouwstenen van deze grote opdrachtRelevantie
In een geletterde samenleving is het belangrijk dat leerlingen hun leven lang talige kennis en vaardigheden blijven ontwikkelen. Bij het leergebied Nederlands werken leerlingen aan hun inzicht in taal, taalgebruik en literatuur en aan het versterken van hun taallerend vermogen. Daardoor zijn ze beter in staat om in steeds meer verschillende taalgebruikssituaties doelgericht te communiceren.
Inhoud
Zowel bij het leergebied Nederlands als bij het leergebied Engels/MVT ontwikkelen leerlingen hun taalbewustzijn en taalleervaardigheden. Ze worden zich bewust van het belang van een goede beheersing van het schrift en van tekstconventies, en van de gebruiksmogelijkheden ervan.
Leerlingen verwerven inzicht in de relatie tussen vorm en betekenis van taal, hoe taal werkt in een context en hoe taal verandert. Ze leren deze kennis en inzichten bewust en flexibel in te zetten. Leerlingen ervaren, analyseren en verwoorden de effecten van taalgebruik op zichzelf en anderen. Ze ontwikkelen vaktaal om functioneel over taal, taalgebruik en literatuur te communiceren.
Leerlingen leren welke taalleervaardigheden ze nodig hebben om talige activiteiten effectief uit te voeren. Ze leren (realistische) taalleerdoelen te stellen en effectieve (meta)cognitieve strategieën toe te passen om de gestelde taalleerdoelen te bereiken. Om dat goed te kunnen doen, leren ze om de effectiviteit van hun aanpak te bekijken en te evalueren in relatie tot de gestelde taalleerdoelen en hun eigen verwachtingen. Leerlingen worden zich ervan bewust dat ze hun taal en taalgebruik kunnen verbeteren door taalbronnen te raadplegen en feedback op hun aanpak en prestaties op waarde te schatten en te verwerken. Ook leren ze om bruikbare feedback te geven op de aanpak en prestaties van medeleerlingen. Ze kijken niet alleen terug, maar leren ook te verwoorden hoe prestaties en opgedane leerervaringen van invloed zijn op toekomstige taalgebruikssituaties.
De ontwikkeling van taalbewustzijn en taalleerstrategieën loopt veelal parallel aan de cognitieve ontwikkeling en de taalontwikkeling van leerlingen. Pas als leerlingen voldoende taalbasis hebben ontwikkeld, zijn ze in staat om metacognitieve strategieën te leren inzetten tijdens talige activiteiten. Leerlingen leren deze strategieën doelgericht inzetten en doen dat op basis van noodzaak en behoefte. Het is belangrijk dat leerlingen het vertrouwen hebben dat ze een talige activiteit tot een goed einde kunnen brengen. Daarvoor is het voorwaardelijk dat er sprake is van een klimaat waarin leerlingen kunnen oefenen om hun taalgebruik te optimaliseren en waarbij ze naar behoefte worden ondersteund.
Brede vaardigheden
Kritisch denken en (praktisch) handelen, zelfregulatie, oriëntatie op jezelf, je studie en je loopbaan, samenwerken