Hieronder vindt u de uitwerking van het voorstel van Kunst & Cultuur. Bij elk leergebied bestaan de opbrengsten uit drie producten: visie, grote opdrachten en bouwstenen. Daarnaast vindt u hier ook algemene aanbevelingen en toelichtingen van het ontwikkelteam.
Aanbevelingen en toelichtingen
- Toelichting op de voorstellen (incl. begrippenlijst)
-
Algemene aanbevelingen bovenbouw voortgezet onderwijs (Kunst & Cultuur)
Algemene aanbevelingen bovenbouw voortgezet onderwijs (Kunst & Cultuur)
Naast ons voorstel voor de visie, grote opdrachten en bouwstenen hebben we gewerkt aan aanbevelingen voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs.
De aanbevelingen beschrijven op welke wijze de grote opdrachten en bijbehorende bouwstenen uitgewerkt kunnen worden in eindtermen voor vo bovenbouw. Wij hebben op generiek niveau aanbevelingen gemaakt. Dit is geen uitputtende lijst, maar beperkt zich tot de meest belangrijke punten, die meegenomen worden bij de actualisering van eindtermen voor vmbo, havo en vwo.
Na de alinea met de ontwerpcriteria voor de aanbevelingen volgen de generieke aanbevelingen.
Ontwerpcriteria aanbevelingen
- De aanbevelingen bouwen voort op de visie, grote opdrachten en bouwstenen van po en vo onderbouw en maken inzichtelijk hoe deze uitgewerkt kunnen worden in eindtermen voor vo bovenbouw.
- De aanbevelingen richten zich op het kerncurriculum in de bovenbouw, dat wil zeggen op de kern van de verplichte en gekozen vakken per leergebied.
- De aanbevelingen voor de leergebieden zijn gericht op (clusters van) vakken.
- De aanbevelingen bevatten, indien nodig, uitspraken over verschillen tussen sectoren. Aandachtspunt daarbij is zowel de verticale doorstroming (vmbo-mbo, havo-hbo, vo-wo) als ook de horizontale doorstroming van vmbo naar havo, en van havo naar vwo.
- De aanbevelingen zijn gebaseerd op de uitgangspunten van Curriculum.nu (balans in de drie hoofddoelen, doorlopende leerlijn, samenhang, beperken tot de kern).
Generieke aanbevelingen voor de bovenbouw
- Zorg dat de ontwikkeling van het artistiek-creatief vermogen van de leerling wordt voortgezet in de bovenbouw en verken in hoeverre dit in de examenprogramma's vmbo, havo en vwo gekoppeld kan worden aan bijvoorbeeld een artistieke onderzoeksbenadering.
Toelichting
De ontwikkeling van het artistiek-creatief vermogen is de kern van het leergebied Kunst & Cultuur en zou vanuit de onderbouw moeten worden doorgevoerd in de bovenbouw.
Leerlingen komen in aanraking met een breed scala aan onderzoeksvaardigheden die voor kunst en cultuur relevant en specifiek zijn (creatieve denkstrategieën). - Streef ernaar dat de zogenaamde onderlegger bestaande uit 'maken en betekenis geven' en 'meemaken en betekenis geven', wordt voortgezet in de bovenbouw en gespecificeerd worden in de examenprogramma's van de verschillende sectoren.
Toelichting
Hierdoor sluit het curriculum van het leergebied Kunst & Cultuur aan op de bovenbouw van vmbo, havo en vwo en helpt het de doorlopende leerlijn te verstevigen. - Behoud het recent vernieuwde interdisciplinaire vak CKV (2016) voor alle leerlingen in havo en vwo.
Toelichting
De inhoud van het examenprogramma ckv havo/vwo en de daar beschreven vier domeinen sluiten aan bij de opbrengsten van het ontwikkelteam Kunst & Cultuur. - Onderzoek in hoeverre kunstvakken inclusief CKV binnen vmbo kunnen aansluiten op het vernieuwde programma CKV havo/vwo (inclusief een beoordeling met een eindcijfer dat meeweegt in het combinatiecijfer).
Toelichting
Dit versterkt de doorlopende leerlijn vanuit vmbo naar havo en vwo. - Onderzoek binnen alle sectoren verschillende vormen en mogelijkheden van examinering waarbij meer balans is tussen het praktijk- en theoriedeel in de examens van de verschillende kunstvakken. Inventariseer of er bijvoorbeeld mogelijkheden zijn voor praktijkexamens muziek, dans en theater of andere kunstdisciplines naast de twee bestaande CPE's voor beeldende vakken (beeldende vorming vmbo, Tehatex vwo).
Toelichting
Conform de opbrengsten van het ontwikkelteam Kunst & Cultuur dienen 'maken en betekenis geven' en 'meemaken en betekenis geven' beiden even zwaar mee te wegen in het eindcijfer voor de kunstvakken. Dit doet zowel recht aan beide aspecten van de kunstvakken (praktijk en theorie) als aan de leerling die voor beide onderdelen op SE als CE getoetst wordt. Bijvoorbeeld: door te werken met een CPE inclusief een set bijbehorende beoordelingscriteria en de inzet van een tweede corrector, is het mogelijk om de kwaliteit van het desbetreffende kunstvak te waarborgen. De community van docenten/professionals nemen (als critical friends) samen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het leergebied Kunst & Cultuur. - Versterk de urgentie van mondiale thema's en actuele thema's binnen Kunst & Cultuur in de examenprogramma's van de kunstvakken. Onderzoek of deze thema’s uitgangspunt kunnen zijn voor de centrale praktijk- en theorie-examens.
Toelichting
Het agenderen van deze thema's maakt duidelijk dat het leergebied Kunst & Cultuur bij uitstek een plaats is waar leerlingen dergelijke thema's op een discipline-eigen manier leren doorgronden en vertalen in kunst. Tevens zorgt dit voor een verdere borging van deze thema's in de examenprogramma's en draagt bij aan samenhang tussen de verschillende leergebieden. - Onderzoek de mogelijkheden voor eindtermen met betrekking tot de interdisciplinaire kunstpraktijk.
Toelichting
Hierdoor wordt de aansluiting op interdisciplinaire stages, de vervolgopleidingen en eventuele beroepspraktijk vergroot en sluit het aan bij de actuele ontwikkelingen binnen de internationale kunstwereld. - Onderzoek in hoeverre het leergebied Kunst & Cultuur weer een verplicht onderdeel kan worden in het C&M-profiel.
Toelichting
Binnen het C&M-profiel havo/vwo is de eerdere verplichting losgelaten om een kunstvak als keuze-examenvak op te nemen. Echter, kunst is een wezenlijk onderdeel van cultuur (zie: visie Leergebied Kunst & Cultuur) en daarom zou een kunstvak als keuze-examenvak niet mogen ontbreken in het C&M profiel. Daarnaast biedt het leergebied Kunst & Cultuur een wezenlijke bijdrage aan de kwalificatie, socialisatie en persoonlijke ontwikkeling van iedere leerling. - Onderzoek of er mogelijkheden zijn om voor de monodisciplinaire kunstexamenvakken één examenprogrammastructuur te ontwikkelen dat binnen alle sectoren (vmbo, havo, vwo) voor alle kunstvakken geldt.
Toelichting
Eén examenprogrammastructuur zal de doorlopende leerlijn vanuit primair onderwijs naar de verschillende sectoren in het VO bevorderen.
Momenteel is er bijvoorbeeld bij havo en vwo sprake van meerdere varianten examenprogramma's voor een en dezelfde kunstdiscipline. Bijvoorbeeld Muziek (zogenoemde variant 'oude stijl') en kunst(muziek) in combinatie met kunst(algemeen), de zogenoemde 'nieuwe stijl' vakken.
Daarnaast worden niet alle varianten aangeboden op alle scholen of binnen verschillende sectoren op een school. Dit heeft nadelig effect op de doorstroom binnen de kunstvakken. Overweeg daarbij ook om nieuwe varianten te onderzoeken. Denk bijvoorbeeld aan een variant met vooral kunst- en cultuurgeschiedenis, een soort kunst (algemeen) zonder dat leerlingen een verplichte kunstvak volgen. Een andere mogelijkheid is bijvoorbeeld de variant waarbij de theorie uit het praktijkdeel van de bestaande kunstvakken kunst (dans) of kunst (drama) ook centraal geëxamineerd wordt. - Verken of de discipline film als zelfstandig keuze-examenvak gepositioneerd kan worden.
Toelichting
Film wordt als (bewegend) beeld en multimediale middelen expliciet genoemd in de verschillende grote opdrachten en bouwstenen van het leergebied Kunst & Cultuur. Film is een zelfstandige discipline en verdient daarmee een zelfstandige positie als keuze examenvak. - Verken op welke wijze nieuwe media, fotografie en/of andere interdisciplinaire kunstdisciplines versterkt kunnen worden in het SE-deel examenprogramma's.
Toelichting
Het leergebied Kunst & Cultuur is breder dan de kunstdisciplines die nu in de regel als schoolvak worden aangeboden (beeldende vorming, muziek, dans, drama). - Verbreed het examenprogramma kunst (drama) naar ‘theater’ en pas de naamgeving aan
Toelichting
De noemer 'theater' wordt gehanteerd bij desbetreffende vervolgstudies en/of het beroepenveld en is daarom al overgenomen in de visie, grote opdrachten en bouwstenen van het ontwikkelteam Kunst & Cultuur. - Formuleer de eindtermen voor alle examenprogramma's vmbo, havo en vwo vanuit een inclusief perspectief waarbij ruimte is voor de culturele identiteit van alle leerlingen.
Toelichting
In een cultureel diverse samenleving is het van belang dat leerlingen elkaar leren kennen en elkaars cultuur leren kennen. Binnen het leergebied Kunst & Cultuur moeten alle leerlingen zich kunnen herkennen. - Specificeer eindtermen met betrekking tot oriëntatie op vervolgstudie of beroepsmogelijkheden op het brede terrein van kunst en cultuur en/of werkvelden waar inzicht in de kunstpraktijk en kunsttheorie van belang is.
Toelichting
Dit geeft leerlingen inzicht in het brede scala aan vervolgstudies en werkvelden.
- Download alle voorstellen en aanbevelingen als PDF
Visie op het leergebied
In de visie beschrijft het ontwikkelteam de relevantie, essentie en positie van het leergebied binnen het onderwijs.
Visie op het leergebied Kunst & Cultuur
Vooraf
Onderwijs in kunst en cultuur gaat over onderwijs in kunsten, media en erfgoed. In primair en speciaal onderwijs en onderbouw voortgezet (speciaal) onderwijs omvat het leergebied Kunst & Cultuur * vanuit de huidige doelen gezien: beeldende vorming (tekenen, handvaardigheid, textiele werkvormen en audiovisuele vorming), dans, drama, muziek en cultureel erfgoed (primair onderwijs) én de vakken die hieruit zijn voortgevloeid (zoals nieuwe media) en die zich in de toekomst nog zullen ontwikkelen. In de bovenbouw van havo en vwo kunnen leerlingen naast het verplichte vak CKV (Culturele Kunstzinnige Vorming) kiezen uit kunstvakken 'oude stijl' bestaande uit Tehatex en muziek en/of kunstvakken 'nieuwe stijl' met Kunst (algemeen) en Kunst (- beeldend, - dans, - drama en - muziek). In alle leerwegen van het vmbo is het examenprogramma Kunstvakken inclusief CKV verplicht en kunnen leerlingen in de gemengde en theoretische leerweg examen doen in beeldende vorming, muziek, dans en drama.
Onderstaande visie is beschreven vanuit het perspectief van het leergebied Kunst & Cultuur voor primair en speciaal onderwijs en onderbouw voortgezet (speciaal) onderwijs en is de basis voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Daarbij is gekozen om het woord 'drama' te vervangen door 'theater'. Dit om aan te sluiten bij de naamgeving van deze kunstdiscipline in het werkveld.
Kunst en cultuur
Kunst is een uiting van menselijk denken, doen en maken en is een specifieke vorm van cultuur. De opvattingen over kunst zijn cultuurspecifiek en tijdgebonden. De betekenis en de vorm van kunst verandert, net als wat wij (van) kunst vinden. Dit betekent dat de mening over kunst kan variëren.
Cultuur is alles wat mensen denken, doen en maken (in heden en verleden) en de betekenis die mensen daaraan geven. Kunst is hier een uiting van. Van oudsher hebben vaardigheden die specifiek zijn voor 'de kunsten' een (educatieve) functie in de samenleving. Sinds mensenheugenis wordt er getekend, gedanst, gezongen en gespeeld. Kunst en cultuur is daarmee onlosmakelijk verbonden met het mens-zijn. Onderwijs in kunst en cultuur brengt leerlingen in contact met (de geschiedenis van) kunst en cultuur wereldwijd.
Relevantie
Kunst plaatst ervaringen, gevoelens, gedachten en ideeën in een ander perspectief. Uniek voor het leergebied Kunst & Cultuur is dat leerlingen met behulp van kunst op een verrassende en uitdagende wijze naar het (dagelijks) leven leren kijken. Leerlingen leren op expressieve wijze te communiceren met (bewegend) beeld, klank, woord en met beweging in relatie tot de ruimte of omgeving. Ook combinaties van deze vormen zijn mogelijk. Kunst kan een verbeelding of verklanking zijn van bijvoorbeeld een emotie of kan een reactie zijn op een politiek of maatschappelijk kwestie. Kunstenaars geven hun kijk op de wereld, geven met hun werk betekenis aan het leven en zijn in staat compleet andere of nieuwe werkelijkheden te scheppen. Leerlingen leren dat kunst een veelzijdige functie heeft. Kunst kan verrassen, uitdagen en amuseren, en kunst kan verwonderen, irriteren, schuren of leiden tot verstilling.
In de professionele kunstenaarspraktijk ontstaat kunst vanuit spel, intuïtie, scheppingsdrang, experiment met materialen en middelen of vanuit toeval. Ook kan kunst de opbrengst zijn van een onderzoeksproces. In het onderwijs leren leerlingen over de wijze waarop kunst tot stand komt en leren leerlingen vormen en uitingen van kunst te doorgronden en onderzoeken. Leerlingen ontdekken dat er meerdere artistieke routes, oplossingen en opvattingen naast elkaar kunnen en mogen bestaan door met elkaar daarover in gesprek te gaan. Het samen maken en beleven van kunst kan een ervaring zijn die voldoening geeft, tot nadenken stemt en leerlingen verbindt.
Kennismaking met kunst en cultuur vindt niet vanzelfsprekend plaats in de privésfeer. Door het onderwijs krijgt iedereen, niemand uitgesloten (inclusie), de kans om in aanraking te komen met kunst en cultuur. Alle leerlingen leren zich op artistieke wijze te uiten en vormen van kunst en cultuur te ervaren, te bevragen en te 'lezen'. Door kunst- en cultuur (-geschiedenis) leren leerlingen zichzelf, de omgeving, de maatschappij en de wereld te ontdekken en begrijpen. In een (cultureel) diverse samenleving is het van belang dat leerlingen elkaar en elkaars cultuur leren kennen. In het leergebied Kunst & Cultuur is het mondiale perspectief het uitgangspunt en staat de leerling centraal. Het streven is dat alle leerlingen zich in het leergebied herkennen. Leerlingen leren door, met en over kunst en cultuur.
Vakinhoudelijke ontwikkelingen
In een maatschappij waarin culturen samenleven kunnen nieuwe uitingen van kunst en cultuur ontstaan. Er komen genres en stromingen bij en elementen uit meerdere culturen worden soms gecombineerd tot verrassende uitingen die vragen om duiding. Door het stellen van kritische en/of filosofische vragen leren leerlingen kunst en cultuur vanuit verschillende perspectieven te onderzoeken, te analyseren en te duiden.
In de laatste decennia is het leergebied Kunst & Cultuur door de constante stroom aan ideeën, nieuwe (bewegende) beelden en klanken breder, sneller en complexer geworden. Door technologische ontwikkelingen ontstaan er vragen en vindt er een verbreding plaats in het gebruik van technieken, materialen en middelen. Er ontstaan andere toepassingsmogelijkheden en nieuwe vormen van kunst. Dit betekent voor het kunst- en cultuuronderwijs dat er, meer dan voorheen, aandacht mag zijn voor het digitale domein zodat leerlingen nieuwe media en digitale technologie als middel leren gebruiken om kunst te maken en mee te maken. Daarnaast is kunst ook een manier om vanuit een eigen maakproces de wereld beter te begrijpen en betekenis te geven.
Naast de gangbare kunstvormen zijn cross-overs, inter-, multi- en transdisciplinaire samenwerkingen niet meer weg te denken uit de actuele onderwijs- en kunstpraktijk. Steeds vaker zijn artistieke uitingen een cross-over tussen bestaande technieken en nieuwe technologieën en zoeken makers onderling actief de samenwerking op. In toenemende mate werken kunstenaars en wetenschappers samen rond grote thema's. Door vragen te stellen problematiseren ze onderwerpen, ze inspireren elkaar, leren van elkaars denk- en werkwijzen, gaan aan de slag met elkaars ideeën en/of werken samen aan oplossingen. In die samenwerking staat vanuit de kunstvakken een artistieke of kwalitatieve onderzoeksbenadering centraal. Dit kan leiden tot verrassende inzichten of vernieuwingen. In deze ontwerpprocessen spelen de volgende brede vaardigheden een belangrijke rol: creativiteit, probleemoplossend vermogen/denken, kritisch denken en samenwerken.
Het leergebied Kunst & Cultuur
In het leergebied Kunst & Cultuur staat het artistiek-creatief vermogen van de leerling centraal. Dit vermogen stelt de leerling in staat verbeeldingskracht te gebruiken om artistiek werk te (re)produceren en zo betekenis te geven aan wat hij alleen of met anderen maakt en meemaakt. Leerlingen doen dat door middel van (bewegend) beeld, klank, woord en met beweging in relatie tot de ruimte of omgeving. Ook combinaties van deze vormen zijn mogelijk.
Artistiek vermogen is gericht op de verbeelding of verklanking van ervaringen, gevoelens, gedachten en ideeën in een kunstzinnige uiting. Leerlingen doen dit met behulp van technieken en artistieke vaardigheden. Creatief vermogen verwijst naar een iteratief proces waarin leerlingen creatieve maak- en denkstrategieën leren toepassen die kenmerkend zijn voor het leergebied. Denk aan vaardigheden als fantaseren, spelen, dromen, inleven, experimenteren én divergeren en convergeren, waarbij leerlingen leren doorzetten, lef hebben, falen, ongemak voelen en successen vieren.
Kenmerkend voor het leergebied Kunst & Cultuur is dat leerlingen in een samenhangend geheel kunst leren maken, kunst leren meemaken en betekenis leren geven aan het maken en het meemaken. Reflectie, zoals beschreven in deze visie, moet gelezen worden als 'reflectie op het (werk)proces en het product'. Dit met het doel aan te sluiten bij de brede vaardigheid 'manieren van jezelf kennen' en om onderscheid te maken met het begrip 'betekenis geven' zoals in deze visie bedoeld.
Betekenis geven gaat over het onderzoeken, (filosofisch) bevragen en analyseren van mondiale uitingen van kunst en cultuur in heden en verleden, bezien vanuit verschillende perspectieven, zoals individuele, collectieve, sociale, culturele, levensbeschouwelijke of historische perspectieven. Betekenis geven heeft betrekking op zowel de kunstuitingen die leerlingen maken als op professionele kunstuitingen die leerlingen meemaken.
Maken staat voor het artistiek-creatief proces van experimenteren, vormgeven en (re)produceren waarin leerlingen samen of individueel uiting leren geven aan ervaringen, gevoelens, gedachten en ideeën. Dit doen zij door middel van (bewegend) beeld, klank, woord en met beweging in relatie tot de ruimte of omgeving. Ook combinaties van deze vormen zijn mogelijk. Leerlingen leren vanuit het karakter van de verschillende kunstdisciplines betekenis te geven aan hun artistieke uiting en deze (tussentijds) te delen.
Meemaken is gericht op de kennismaking met professionele uitingsvormen van kunst en cultuur in (bewegend) beeld, klank, woord en met beweging in relatie tot de ruimte of omgeving. Ook combinaties van deze vormen zijn mogelijk. Leerlingen ervaren professionele kunst in een levensechte context, binnen en buiten school. Leerlingen leren betekenis te geven aan hun ervaring door zintuiglijk en theoretisch onderzoek en leren hun opbrengsten (tussentijds) te delen.
De grote opdrachten voor het leergebied Kunst & Cultuur
Voor het leergebied Kunst & Cultuur zijn acht samenhangende grote opdrachten ontwikkeld langs de inhoudelijke lijnen 'maken en betekenis geven' en 'meemaken en betekenis geven' waartussen leerlingen betekenisvolle verbanden leren leggen.
De grote opdrachten hebben de volgende titels:
- Artistiek-creatief vermogen (maak- en denkstrategieën)
- Artistieke expressie
- Artistieke technieken en vaardigheden
- Artistieke innovatie
- Kunst- en cultuurhistorische contexten
- Functies van kunst
- Beleven van kunst
- Tonen en delen van eigen werk
De eerste grote opdracht (ontwikkel artistiek-creatief vermogen) is de basis voor alle grote opdrachten. Deze grote opdracht is gericht op de karakteristieke maak- en denkstrategieën in het leergebied Kunst & Cultuur. De grote opdrachten 2 tot en met 4 richten zich op het 'maken en betekenis geven' aan kunst. De grote opdrachten 5 tot en met 7 gaan over 'meemaken en betekenis geven' aan kunst. In de laatste grote opdracht staat voor leerlingen het presenteren centraal (zie visualisatie in de afbeelding hieronder).
Alle grote opdrachten geven in po, so en onderbouw v(s)o richting aan onderwijs in de kunstpraktijk en aan onderwijs in kunst- en cultuurtheorie. Er is ruimte om accenten te leggen en keuzes te maken. Door grote opdrachten te combineren kan rijk en gevarieerd kunst- en cultuuronderwijs ontstaan. Vanzelfsprekend is er een wisselwerking of interactie tussen de grote opdrachten 'maken en betekenis geven' en 'meemaken en betekenis geven'. Het meemaken of ervaren van kunst kan inspiratie bieden voor een maakproces. Andersom kan het maken aanleiding zijn voor een kunsttheoretische verrijking of verdieping. Zowel het maken van en betekenis geven aan kunst als het meemaken van en betekenis geven aan kunst is een artistiek-creatief proces. Het vraagt van leerlingen een nieuwsgierige, onderzoekende en reflecterende houding.
Kunst & Cultuur en de drie hoofddoelen van het onderwijs
In het leergebied Kunst & Cultuur zijn kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming sterk verweven. Leerlingen leren zelfbewust deelnemen aan het culturele leven doordat zij culturele competenties ontwikkelen. De kwalificerende doelen van het leergebied Kunst & Cultuur hebben betrekking op de leergebiedspecifieke kennis en vaardigheden die leerlingen voorbereiden op het vervolg in het onderwijs of de beroepspraktijk. Naast vakspecifieke kennis van technieken en vaardigheden leren leerlingen verbeeldingskracht te gebruiken. Alle leerlingen leren na te denken over de rol en betekenis van kunst en cultuur voor zichzelf (ook in vrije tijd), voor de omgeving, de samenleving en de wereld. Leerlingen leren vanuit meerdere perspectieven kunst te ervaren, te onderzoeken, (filosofisch) te bevragen, te analyseren en daardoor betekenis te geven aan uitingen van kunst en cultuur. Kwalificerende doelen hebben betrekking op zowel de theorie als de praktijk van het leergebied.
De maatschappelijke vorming (socialisatie) vindt plaats doordat leerlingen met elkaar in contact komen met professionele kunsten in een levensechte context, binnen of buiten school. Kunst - als spiegel van de wereld - kan reacties losmaken waardoor dialoog en debat plaats kunnen vinden. Leerlingen leren in een uitwisseling standpunten en inzichten te delen en leren dat er meerdere opvattingen naast elkaar kunnen bestaan. Leerlingen leren culturen, de samenleving en de wereld te verkennen, te onderzoeken en te waarderen. Kunstzinnige en culturele kennis, vaardigheden en attitudes horen bij de brede vorming van burgers in een democratische samenleving.
Persoonsvorming te lezen als 'persoon zijn, persoon proberen te zijn, persoon willen zijn' gaat over hoe de leerling als persoon tot ontwikkeling komt. Persoonsvorming in het leergebied Kunst & Cultuur heeft betrekking op hoe de leerling zich leert te verhouden tot uitingen van kunst en cultuur en welke plek kunst en cultuur inneemt of in de toekomst gaat nemen in het leven van de leerling. Onderwijs in kunst en cultuur geeft de leerling de ruimte om op een eigen manier in een artistieke vorm uitdrukking te geven aan ervaringen, gevoelens en ideeën. Het gaat over wat de leerling wil overdragen, waar hij/zij zich betrokken bij voelt, wat de persoonlijke drijfveren, ambities of motieven zijn om kunst te maken en mee te maken. De leerling leert door reflectie zichzelf kennen, ontdekt door reflectie waar zijn kwaliteiten en voorkeuren liggen en wat hij belangrijke waarden vindt.
Samenhang andere leergebieden
In de uitwerking van de visie naar grote opdrachten en bouwstenen is gebleken dat er op verschillende niveaus samenhang tussen leergebieden mogelijk is. Die samenhang kan betrekking hebben op een van de mondiale thema's (globalisering, duurzaamheid, technologie en gezondheid), op contexten, definities en begrippen en op vaardigheden. De samenhang is geconcretiseerd in de Toelichting op de eindopbrengst van het leergebied Kunst & Cultuur.
* Zie voor een verklaring van de onderstreepte begrippen de begrippenlijst in de Toelichting op de eindopbrengst.
Grote opdrachten (essenties van het leergebied)
Klik op een knop om de inhoud van een grote opdracht te zien. Ook kunt u dan de daarbij behorende bouwstenen bekijken om te zien hoe dit is uitgewerkt voor de verschillende fasen in het onderwijs. Als u niets aanklikt, ziet u hieronder alle bouwstenen voor dit leergebied.