Klik op een knop om de inhoud van een grote opdracht te zien. Ook kunt u dan de daarbij behorende bouwstenen bekijken om te zien hoe dit is uitgewerkt voor de verschillende fasen in het onderwijs.
Interculturele communicatieve competentie
Naar de bouwstenen van deze grote opdrachtRelevantie
De aandacht voor interculturele aspecten verbonden aan een taal helpt leerlingen te beseffen dat talen onderdeel zijn van de identiteit van hun sprekers. Zij reflecteren op hun eigen (taal)identiteit, wat bijdraagt aan hun persoonsvorming. Hierbij hoort een eigen mening vormen, kritisch nadenken over jezelf en je kunnen verplaatsen in anderen. Dat vergroot de zelfredzaamheid van leerlingen omdat zij daardoor beter op de ander kunnen anticiperen en weten hoe te handelen in verschillende situaties. Door andere culturen te leren waarderen, ontwikkelen leerlingen ook hun empathisch vermogen. Interculturele competentie draagt bij aan de socialisatie van de leerlingen in een samenleving waar de contacten tussen culturen ook in het dagelijks leven toenemen. Het helpt leerlingen om actief te participeren in de internationale discussie over mondiale vraagstukken zoals duurzaamheid, gezondheid en globalisering. Het kwalificeert hen in het aangaan van interculturele communicatie tijdens studie of met werkrelaties in buitenlandse stages of op het werk. De invloed van Europa en de rest van de wereld op de inhoud van studie, op omgangsregels bij relaties in bedrijfsactiviteiten en de handel, maakt deze competentie tot een noodzaak.
Inhoud
Bij het leren van een nieuwe taal vergaren leerlingen ook kennis over de landen en culturen van de sprekers en leren ze die vanuit verschillende perspectieven te bekijken. De ontwikkeling van interculturele communicatieve competentie leent zich bij uitstek voor een taaloverstijgende aanpak op alle niveaus. Leerlingen leren over de cultuur van de sprekers van de doeltaal: van gewoontes en tradities tot geografische en historische aspecten, sociale groeperingen, gemeenschappelijke normen en waarden. Ze leren hoe deze cultuur zich uit in taalkeuzes, -patronen en -conventies in de doeltaal en worden zich ook bewust waarom dat zo is, welke opvattingen, waarden en attitudes dat weerspiegelt. Leerlingen leren de culturele aspecten van de doeltaal te duiden en te waarderen. Daarbij reflecteren ze ook op zichzelf; ze krijgen inzicht in hun eigen cultuur en in hoe die zich verhoudt tot de cultuur van de ander. Dit noemen we intercultureel bewustzijn. Leerlingen herkennen overeenkomsten en verschillen tussen culturen, handelen daarnaar en leggen verbinding met de ander in termen van begrip, acceptatie en waardering. Dit noemen we interculturele competentie: het vermogen om adequaat en gepast te communiceren in interculturele situaties gebaseerd op interculturele kennis, vaardigheden en houdingen. In eerste instantie gaat het om taalpatronen die bij alledaags en concreet taalgebruik horen: hoe spelen ze in andere culturen, naar welke muziek luisteren ze, hoe vieren ze feest en wat doen ze op school en thuis? Naarmate leerlingen de nieuwe taal beter beheersen, komen ook steeds complexere aspecten van een cultuur aan de orde, die terugkomen in woorden en uitdrukkingen. In welke omgeving leven jongeren en wat is de invloed van die omgeving, van het geografisch gebied en van het verleden, op hun taalgebruik? De culturele invloed op taal kan ook impliciet zijn. De nieuwe taal wordt functioneel ingezet bij het leren en beleven van andere culturen. Dat helpt tegen clichévorming en bevordert een open houding ten opzichte van de doeltaal en de cultuur van haar sprekers. Daarmee ontwikkelen leerlingen competenties en attitudes die hen steeds meer in staat stellen om effectief en adequaat te communiceren in een diversiteit aan interculturele situaties en contexten.