Eerste kennismaking deelnemers Curriculum.nu
De leraren en de schoolleiders die volgend jaar deelnemen aan Curriculum.nu zijn vrijdag 15 december op feestelijke wijze bekendgemaakt. Veel deelnemers reisden naar Utrecht af om alvast met elkaar kennis te maken en hun uitverkiezing te vieren. Wil je weten hoe dat eraan toe ging? Neem dan snel een kijkje!
[embed]https://youtu.be/v0aNANC_0Z0[/embed]
Deelnemers Curriculum.nu bekend
De leraren en de schoolleiders die volgend jaar deelnemen aan Curriculum.nu zijn vrijdag op feestelijke wijze bekend gemaakt. De scholen die als ontwikkelscholen aan de slag gaan, worden begin 2018 onthuld. Veel deelnemers reisden naar Utrecht af om alvast met elkaar kennis te maken en hun uitverkiezing te vieren. De officiële aftrap van de ontwikkelfase van Curriculum.nu is in maart.
In november zijn er met bijna 300 kandidaten selectiegesprekken gevoerd. Begin december zijn de kandidaten geïnformeerd over het resultaat. Uiteindelijk zijn voor de ontwikkelfase 125 leraren en 18 schoolleiders uit het primair en voortgezet onderwijs geselecteerd.
Diverse afspiegeling in de ontwikkelteams
Selectiecommissies met vertegenwoordigers vanuit het primair en voortgezet onderwijs hebben bij de voordracht voor de teams gezocht naar variatie in schoolsoort, anciënniteit (van beginnend ambitieus tot zeer ervaren leraren) en onderwijsprofiel (van traditionele scholen tot vernieuwingsscholen). Daarnaast is gekeken naar hun motivatie en competenties, zoals ervaring met curriculumontwikkeling en resultaatgerichtheid. In de ontwikkelteams zitten deelnemers uit alle windstreken, waarin stad en buitengebied vertegenwoordigd zijn.
Leraren en schoolleiders in the lead
De deelnemers buigen zich over de vraag wat leerlingen per leergebied moeten kennen en kunnen. De deelnemers nemen plaats in een ontwikkelteam: Burgerschap, Digitale geletterdheid, Engels/moderne vreemde talen, Nederlands, Rekenen & Wiskunde, Bewegen & Sport, Kunst & Cultuur, Mens & Natuur en Mens & Maatschappij. Voorjaar 2019 leveren zij hun advies op. Dit is de basis voor nieuwe kerndoelen en eindtermen, die het Ministerie van OCW gaat bespreken met de Tweede Kamer.
Betrokkenheid leerlingen, ouders, vervolgonderwijs
De introductiebijeenkomst stond in het teken van de opdracht en het proces waar de deelnemers komend jaar mee aan de slag gaan. Ook maakten de leraren en schoolleiders kennis met de leden van de Coördinatiegroep, de initiërende partijen van Curriculum.nu. De Coördinatiegroep bestaat uit de voorzitters van PO-Raad, VO-Raad, AVS, LAKS, Ouders & Onderwijs en de Onderwijscoöperatie. In de uitvoering wordt inhoudelijk samengewerkt met SLO.
De Coördinatiegroep behartigt de belangen van leerlingen, ouders, leraren, bestuurders en schoolleiders. Ook zorgen ze voor de betrokkenheid van andere partijen. “Leraren en schoolleiders zijn aan zet, maar zij kunnen hun opdracht niet volbrengen zonder de inzichten uit het vervolgonderwijs, het bedrijfsleven en de wetenschap”, aldus Theo Douma, voorzitter van de Coördinatiegroep. De leden van de Coördinatiegroep spraken in Utrecht hun steun uit aan de deelnemers.
Anko van Hoepen van de PO-Raad: “Werken aan een nieuw curriculum betekent dat we eindelijk een einde kunnen maken aan incidentenpolitiek en de overladenheid van het onderwijsprogramma die daarvan het gevolg is. Met leraren en schoolleiders nu in de lead, gaat de leerling daar enorm van profiteren.”
Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad: “Het is belangrijk werk wat deze teams van leraren en schoolleiders gaan verrichten en het is mooi dat zij nu van start kunnen gaan. We werken in het onderwijs hard aan de ontwikkeling naar eigentijds onderwijs, met meer gemotiveerde leerlingen. Deze integrale herziening van het curriculum kan daar fors aan bijdragen. Het biedt de kans om de aansluiting tussen onderwijssectoren te versterken, meer ruimte te creëren voor maatwerk en verdieping en tot een betere balans te komen tussen kennisontwikkeling en persoons- en maatschappelijke vorming. Wij zullen er alles aan doen om te zorgen dat de ontwikkelteams zo goed mogelijk hun werk kunnen doen. Ik wens hen veel succes!”
Peter Hulsen van Ouders & Onderwijs: “Ouders merken dat het onderwijsprogramma voor basis- en voortgezet onderwijs aan vernieuwing toe is. Vanuit die ervaring is Ouders & Onderwijs nauw betrokken bij Curriculum.nu en draagt bij aan de betrokkenheid van ouders binnen de ontwikkelscholen.”
Petra van Haren van AVS: “Het is belangrijk dat de schoolleider de leraren op alle mogelijke manieren in positie brengt in hun rol als ontwerpende professionals.”
Namens de Onderwijscoöperatie Jilles Veenstra: “Sterke betrokkenheid van leraren bij curriculumontwikkeling is cruciaal. Curriculumherziening wordt vormgegeven met de ervaring uit de klas, het onderwijsveld en de samenleving. Wij hopen dat de ontwikkelfase een waardevolle en breed gedragen resultaat oplevert. En dat dit leidt tot een continu proces met op elke school leraren in de hoofdrol.”
Anouk Gielen, voorzitter van het LAKS: “Leerlingen willen leren wat relevant is voor hún toekomst.”
Kijk op deze pagina voor meer informatie over de ontwikkelteams.
Gesprekken met kandidaten voor de ontwikkelteams. Neem een kijkje!
dinsdag 5 december 2017 | Info | Nieuws | AlgemeenGesprekken met kandidaten voor de ontwikkelteams. Neem een kijkje!
In september en oktober hebben leraren en schoolleiders zich aangemeld om vanuit één van de ontwikkelteams mee te werken aan de herziening van het curriculum. Omdat er maar plaats is voor 130 leraren en 18 schoolleiders, worden gesprekken gevoerd met kandidaten. Wil je weten hoe dat gaat? Neem een kijkje!
[embed]https://youtu.be/4hNQ2xCZg8Q[/embed]
Inschrijving ontwikkelscholen gesloten
Scholen uit het primair en voortgezet onderwijs kunnen zich niet meer inschrijven als ontwikkelschool. De inschrijfprocedure is op 17 november om 15.00 uur gesloten. De afgelopen tijd hebben we bijna 150 inschrijvingen ontvangen. De komende weken worden de inzendingen beoordeeld op volledigheid en vindt zo nodig verdere selectie plaats. Daarna wordt bekend gemaakt welke scholen volgend jaar met de ontwikkelteams meewerken.
Per leergebied wordt het curriculum herzien. Negen ontwikkelteams bestaande uit leraren en schoolleiders gaan daarvoor aan de slag. Zij gaan per leergebied beschrijven wat leerlingen in verschillende fasen van het primair en voortgezet onderwijs moeten kennen en kunnen. Na iedere ontwikkelsessie wordt aan de ontwikkelscholen gevraagd om feedback te geven op de tussentijdse voorstellen van de ontwikkelteams. De ontwikkelteams benoemen daarbij iedere keer vragen. Zo kunnen ontwikkelscholen kijken naar de uitvoerbaarheid van de plannen in de school. Zijn de voorstellen concreet genoeg om er met een team mee aan de slag te gaan? Zit er een logische opbouw in het kennisniveau tussen primair en voortgezet onderwijs en tussen de onder- en bovenbouw? Ook verrijken ontwikkelscholen het ontwikkelproces door de inbreng van de eigen schoolplannen voor het desbetreffende leergebied.
Gezamenlijk buigen de ontwikkelteams en de ontwikkelscholen zich volgend jaar over de vraag wat leerlingen moeten leren om uit te groeien tot volwassenen die hun steentje bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan. Vanaf maart 2018 beginnen zij aan hun opdracht.
Leraren zijn in the lead
Wat moeten onze leerlingen in de toekomst kennen en kunnen? En uit welke onderdelen dient het nieuwe onderwijscurriculum straks te bestaan? Vanaf begin 2018 beantwoorden negen ontwikkelteams binnen het traject Curriculum.nu met elkaar deze vragen. Elk team richt zich op één specifiek vakgebied. Als docent of schoolleider kun je meewerken aan één van de teams. Heb je interesse? Je kunt je nog aanmelden tot 13 oktober, via Curriculum.nu Wees er dus snel bij!
‘Als leerkracht is het natuurlijk heel spannend om mee te denken en mee te praten over wat leerlingen in de toekomst moeten opsteken van jouw vakgebied. Zelden krijg je de mogelijkheid zo nauw betrokken te worden bij de ontwikkeling van het onderwijs van morgen als nu’, zegt Theo Douma, voorzitter van de coördinatiegroep Curriculum.nu. 'Dus tegen alle docenten met goede ideeën over de vernieuwing van het onderwijs zeg ik: laat deze kans niet lopen!' De bouwstenen uit de negen ontwikkelteams worden in 2019 voorgelegd aan de Tweede Kamer en dienen als basis voor nieuwe wettelijke kerndoelen en eindtermen in het primair en voortgezet onderwijs.
Douma was zelf ooit docent geschiedenis en maatschappijleer. Tegenwoordig is hij voorzitter van het college van bestuur van Openbaar Onderwijs Groningen (O2G2) en geeft hij leiding aan de coördinatiegroep Curriculum.nu. Douma was ook een van keynote-speakers tijdens de CVO Jaaropening over de ‘Toekomst van het onderwijs’ op donderdag 21 september. Voor wie zijn verhaal heeft gemist, of meer wil weten, beantwoordt hij met plezier nog een keer de belangrijkste vragen over de herziening van het curriculum en de ontwikkelteams.
Het voortraject
Eerst wat achtergrondinformatie. Curriculum.nu is niet nieuw, maar het vervolg van Onderwijs2032 en een initiatief van een brede onderwijscoalitie. De coalitie bestaat uit de Onderwijscoöperatie, de PO-raad, de VO-raad, de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS), het LAKS en Ouders & Onderwijs. In de uitvoering werken de partijen inhoudelijk samen met het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO).
In januari 2016 presenteerde de coalitie van Onderwijs2032 een visie over toekomstbestendig onderwijs. 'Hierbij is ook het draagvlak voor de visie onder leraren onderzocht', zegt Douma. 'We hebben onder meer tientallen bijeenkomsten belegd, waarin docenten hun feedback konden geven op de visie. En er zijn vele duizenden waardevolle reacties opgehaald uit het veld.'
Vervolgens is het plan van aanpak afgelopen april in de Tweede Kamer besproken. Op basis van een aantal moties heeft de Kamer gevraagd het plan op enkele punten aan te passen. Na intensief overleg met vakverenigingen, stichting Platform Vmbo’s, het vervolgonderwijs en lerarenopleidingen heeft de Coördinatiegroep (CG) het plan aangescherpt en gaat het proces nu verder onder de naam Curriculum.nu.
Douma: 'Na deze voorbereidingsfase willen we docenten en schoolleiders nu oproepen actief mee te denken over de inhoud van het nieuwe curriculum. Zij zijn in deze ontwikkelfase in the lead.'
Wat willen jullie met Curriculum.nu bereiken?
'We willen een curriculum ontwikkelen dat beter is toegesneden op de toekomst. Het is inmiddels al ruim elf jaar geleden dat we ons in Nederland hebben gebogen over de vraag wat leerlingen nodig hebben om uit te groeien tot zelfstandige volwassenen, mensen die actief meedoen in de samenleving en met zelfvertrouwen in het leven staan. Er is veel veranderd in die elf jaar. Denk aan de snelle digitalisering en bijvoorbeeld aan het toenemende belang van burgerschapsvorming. Er is ook een grote behoefte aan meer samenhang en verbinding in de onderwijsinhoud en tussen de diverse disciplines. Daar willen we onder meer aan werken. Zo kunnen we het onderwijs betekenisvoller maken en bieden we leerlingen meer uitdaging, een grote wens van veel docenten en leerlingen! Daarnaast staan er nog meer wensen op ons lijstje: het onderwijsprogramma minder 'overladen' maken en scholen meer duidelijkheid bieden over wat alle leerlingen moeten leren en hoeveel ruimte er is voor eigen invulling van scholen.'
Het is voor het eerst dat leraren en schoolleiders uit het primair en voortgezet onderwijs samen werken aan het nieuwe curriculum. Waarom hebben jullie daarvoor gekozen?
'In de ontwikkelteams zitten straks tenminste zes leraren en een schoolleider uit het primair onderwijs en zes leraren en een schoolleider uit het voortgezet onderwijs. Met die intensieve samenwerking willen we die doorlopende leerlijnen verbeteren. De overgang van de voorschoolse periode naar het primair onderwijs, van primair naar voortgezet onderwijs en van voortgezet onderwijs naar vervolgonderwijs moet echt soepeler. Door vertegenwoordigers van zowel PO als VO ook binnen de ontwikkelteams samen te brengen, zorgen we ervoor dat er goede afspraken worden gemaakt. Zo voorkomen we dubbele dingen en gaten in de nieuwe onderwijsprogramma's, zaken waar docenten nu nogal eens tegenaan lopen.'
Hoe gaan jullie de teams samenstellen?
'We streven naar een gevarieerd gezelschap van mensen binnen de teams. We zoeken docenten van scholen uit grote steden en kleinere gemeenten, van verschillende leeftijden en ervaringsniveaus, uit boven- en onderbouw et cetera. We willen dat de teams een representatieve afspiegeling zijn van het Nederlands onderwijs. Als zich meer docenten en schoolleiders aanmelden dan er plaatsen zijn – wat we natuurlijk hopen – dan gaan onze selectiecommissies ook selecteren op criteria als motivatie, resultaatgerichtheid en communicatieve vaardigheden.'
We zoeken minimaal 130 leraren en 18 schoolleiders die in teams willen samenwerken aan het curriculum. Daarnaast kunnen scholen zich opgeven als ontwikkelschool. Aan elk ontwikkelteam worden namelijk (minimaal) vier scholen uit het primair en vier scholen uit het voorgezet onderwijs gekoppeld. Deze geven de ontwikkelteams tussentijds feedback vanuit de praktijk.'
Hoe ziet het traject er voor de ontwikkelteams uit?
'De ontwikkelteams starten begin 2018 met hun werk. Verspreid over het jaar werken de deelnemers vier keer drie opeenvolgende dagen samen in zogenoemde ontwikkelsessies, onder leiding van een procesbegeleider. In verschillende stappen beantwoorden ze dan samen de vraag wat leerlingen zouden moeten kennen en kunnen. En wat er wel en niet (meer) tot het onderwijscurriculum zou moeten behoren. Tijdens deze sessies krijgen de teams volop de mogelijkheid ondersteuning in te roepen van experts en verschillende andere partijen, zoals wetenschappers, vakverenigingen en bedrijfsleven. Kortom, een heel boeiend traject waarin de brede vaardigheden vanaf groep 1 van de basisschool tot en met 6-vwo zullen worden beschreven. Daar wil je toch bij zijn!'
*Dit interview verscheen eerder in het oktobernummer van CVOpen. CVOpen is het huisorgaan van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving (CVO).
Scholen: geef je op voor het ontwikkeltraject en werk mee aan eigentijds onderwijs
donderdag 26 oktober 2017 | Info | Nieuws | AlgemeenScholen: geef je op voor het ontwikkeltraject en werk mee aan eigentijds onderwijs
‘Ik wil scholen aanmoedigen zich aan te sluiten bij het ontwikkeltraject en zich als ontwikkelschool op te geven. Op die manier lever je niet alleen een bijdrage aan een nieuw curriculum, maar gaat dat nieuwe curriculum ook op je school leven. Ik hoop dan ook dat er voldoende scholen zijn die, ondanks alle drukte, in staat zijn zich met deze toekomstgerichte activiteit bezig te houden. Ze zijn hard nodig.’
VO-raad-voorzitter Paul Rosenmöller maakt zich sterk voor het nieuwe curriculum en de ontwikkelteams die nu aan de slag gaan. ‘Er is al ruim tien jaar niets aan het curriculum veranderd en ontwikkelingen in de maatschappij gaan snel. Je kunt je dus afvragen of onze leerlingen en studenten nog wel de goede dingen leren. Daarom is het belangrijk dat we nu werken aan een nieuw, op de toekomst gericht curriculum. En het is belangrijk dat iedereen daaraan meedoet.’
Leerlingen motiveren
‘We moeten werken aan meer eigentijds onderwijs, waarbij we ook een antwoord moeten vinden op het grote aantal ongemotiveerde leerlingen. Deze curriculumherziening biedt die kans. Belangrijk daarbij is dat we goed kijken hoe we de ontwikkelingen in de verschillende onderwijssectoren beter op elkaar kunnen afstemmen, zodat er doorlopende leerlijnen voor leerlingen ontstaan’, aldus Rosenmöller.
Producten uitproberen
Schoolleiders en leraren spelen een belangrijke rol in de ontwikkelteams die tot bouwstenen en einddoelen moeten leiden. De ontwikkelscholen gaan de producten die in de ontwikkelteams worden aangedragen, in de praktijk uitproberen. Zij kunnen zo de ontwikkelaars en andere deelnemende scholen laten weten wat wel werkt en wat niet.
De VO-raad gaat dit proces van dichtbij volgen en stimuleren, zo geeft voorzitter Paul Rosenmöller aan. ‘Ik wil scholen aanmoedigen zich aan te sluiten en zich als ontwikkelschool op te geven. Op die manier lever je niet alleen een bijdrage aan een nieuw curriculum, maar gaat het nieuwe curriculum ook op je school leven.’
Breed gedragen
Hij vervolgt: ‘Het traject is voor mij geslaagd als er straks een breed gedragen curriculum ligt, waarop ook de leerlingen trots zijn. Het LAKS en zijn achterban spelen dan ook een belangrijke rol in de discussie over het nieuwe curriculum. Ook leraren spelen nadrukkelijk een leidende rol in het proces, net als schoolleiders.
Door het eigenaarschap voor het nieuwe curriculum daar te leggen waar het hoort, komt er echt een gedragen curriculum. Een curriculum dat kant en klaar aangedragen wordt door het veld en waarop politiek Den Haag alleen nog maar een klap hoeft te geven. Ook nu zullen we niet iedereen tevreden kunnen stellen, maar komen we wel samen tot een breed gedragen curriculum en kunnen concrete stappen worden gezet.’
Een nieuw curriculum kan niet om de huidige sportbeleving van jongeren heen
dinsdag 24 oktober 2017 | Info | Nieuws | AlgemeenEen nieuw curriculum kan niet om de huidige sportbeleving van jongeren heen
Docent bewegingsonderwijs Cees Gouw werd van verschillende kanten op de ontwikkelteams gewezen en meldde zich vrijwel direct als deelnemer aan. ‘Ik was al betrokken bij Onderwijs2032 en dacht bij mijzelf: Ik loop tegen de zestig. Hoe mooi zou het zijn als vanuit mijn expertise nog ondersteuning kan bieden aan de toekomst van mijn vak.’
Cees is al meer dan 35 jaar verbonden aan het CLV, scholengemeenschap voor mavo, havo en vwo/gymnasium. in Veenendaal. Hij legde zijn plan om deel te nemen aan het ontwikkelteam voor aan de schoolleiding en de vakgroep en kreeg meteen alle ondersteuning om mee te doen. ‘Het CLV ziet in de ontwikkeling van een nieuw curriculum door docenten ook veel voordelen voor de school zelf en de leerlingen. Daarom ondersteunden ze mijn keuze voor deelname.’
Persoonlijke beleving
‘Waarom ik zelf dit traject zo belangrijk vind? Toen ik net met lesgeven begon, ging het bij de positie van het vak over de minimum lessentabel. Het curriculum richtte zich toen op het aanleren van motorische vaardigheden. Dit is aan het veranderen. Motorische vaardigheden zijn nog steeds belangrijk, zeker in de onderbouw. Maar in de bovenbouw zie je meer een tendens naar gepersonaliseerd leren en de persoonlijke beleving van bewegen. Het accent ligt meer op plezier hebben en houden in bewegen, met de nadruk op leven lang bewegen. Sportvereningen zijn daarbij belangrijk. Ik zou dan ook docenten willen uitdagen om te verbinden. Zoek bij de invulling van lessen en activiteiten meer de verbinding met sportactiviteiten en verenigingen buiten de school.’
Fitness en bootcamp
‘We kunnen voor een nieuw curriculum ook niet meer om de huidige sportbeleving van jongeren heen. De fitnesscultuur, bootcamps en het enthousiasme van sommige jongeren voor bijzondere sporten, zoals golf, dart of boogschieten. Dan kun je op school toch niet meer aankomen met alleen maar softbal. Een nieuw curriculum moet jongeren de ruimte laten om zelf keuzes te maken. Pas dan ervaren zij de brug van sport op school en zelf sporten in je vrije tijd of tijdens je vervolgopleiding.’
Combineer onderwijs en bedrijfsleven
‘Daarnaast zie ik kansen voor verbindingen met andere vakken. Dat is ook een van de krachtigste punten die Onderwijs 2032 ons tot nu toe heeft gebracht. Kijk ook hoe leerlingen naar vakken kijken. Zij willen veel meer samenhang zien. Dus combineer bewegen met de bredere kanten van sport, met marketing en organisatie en vakken als management & organisatie en economie. Zo kun je bruggen slaan tussen het onderwijs en het bedrijfsleven en maak je jongeren enthousiast’, aldus Gouw.
Voordelen ontwikkeltraject
Jan Rijpstra, voorzitter van de Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO), ziet veel voordelen in het nieuwe traject: ‘Ik verwacht er veel van. Je zult merken dat het bij elkaar brengen van enthousiaste leraren en leraressen veel energie, creativiteit en inspiratie oplevert. Met elkaar praten over de ontwikkelingen die leerlingen doormaken, aandacht voor de geestelijke, motorische en sociaal-emotionele ontwikkelingen. Als ik nog voor de klas had gestaan had ik me aangemeld.’
Kritisch bekijken
‘Het is sowieso goed om na 10 jaar nog eens goed en kritisch naar het curriculum te kijken. Wat werkt nog steeds goed en wat verdient bijstelling. In het ontwikkelteam zitten 12 docenten Lichamelijke Opvoeding uit het po en 6 uit het vo. Zij krijgen samen met enkele ontwikkelscholen uit het po en vo een jaar de tijd en ruimte om naar bouwstenen te kijken. Dat doen ze mede op grond van onze visie die het bestuur voor 1 december oplevert, en andere stukken zoals het nieuwe beroepsprofiel.’
Kerncurriculum
Rijpstra is als voorzitter van het hoofdbestuur bij dit proces betrokken. ‘In overleg met de directeur en onze onderwijskundige medewerkers van ons bureau, zal ik met een klankbordgroep deelnemen aan de verschillende feedback-sessies die nog worden ingepland.’
‘Voor de KVLO is het belangrijk dat ’Goed Leren Bewegen’ zowel in het po als in het vo in het kerncurriculum komt en blijft, en wettelijk wordt verankerd. De KVLO zit op deze borgingskant. Naast een kerncurriculum is het van belang dat er een keuzecurriculum komt waarbinnen scholen en secties voldoende ruimte krijgen voor een uitdagend en ondersteunend programma voor alle leerlingen.’
Visie in november
‘Er is een werkgroep die nu onze visie voorbereidt. In november geven wij op hoofdlijnen onze visie mee aan het ontwikkelteam. Belangrijk is dat alle kinderen in Nederland brede motorische vaardigheden kunnen ontwikkelen voor nu en later voor een actieve en sportieve leefstijl. We kijken naar de ontwikkelingen in de samenleving. Docenten lichamelijke opvoeding zijn veelzijdig en met het vakgebied liggen er veel verbindingsmogelijkheden met andere vakken. Onderwijs 2032 gaf dit eveneens aan. Kortom: een nieuw curriculum voor nieuwe generaties!’
Leerlingen zijn de klant, logisch om ze bij het curriculum te betrekken
donderdag 19 oktober 2017 | Info | Nieuws | AlgemeenLeerlingen zijn de klant, logisch om ze bij het curriculum te betrekken
‘Leerlingen zijn klant van het onderwijs. Het zou gek zijn als we, nu we het curriculum gaan herzien, dat doen zonder de klant daarbij te betrekken. Daarom ben ik blij dat leerlingen en ook leraren bij dit traject worden betrokken. Het onderwijs draait om leerlingen. En leraren weten als geen ander uit de praktijk wat er echt nodig is in het overbeladen curriculum en wat er eventueel uit kan. Bovendien krijgen ze zo de kans om zichzelf verder te ontwikkelen.’
Aan het woord is Anouk Gielen, voorzitter van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS). Zij is lid van de Coördinatiegroep (CG) dat de ontwikkelteams begeleidt. Het LAKS organiseert tijdens het ontwikkeltraject de feedbackfase met panels waarin ook leerlingen vertegenwoordigd zijn.
Samenhang belangrijk
‘Leerlingen worden in het hele proces meegenomen en daar zijn we heel blij mee’, reageert ze. ‘Voor ons is het ontwikkeltraject geslaagd als er heel kritisch is gekeken naar de samenhang van de vakken en het onderwijs dat nu in het po en vo gegeven wordt. We moeten vooral de overladenheid en de overlap van het huidige curriculum aanpakken. Het is toch vreemd dat leerlingen soms in vijf verschillende vakken hetzelfde onderwerp behandelen. Dat kan en moet anders. Net zoals het belangrijk is dat leraren straks meer ruimte krijgen om de lessen op hun eigen manier in te vullen. We gaan het proces nauw volgen en zijn benieuwd naar de uitkomst.’
Theorie en praktijk
De 15-jarige Youp Troost (4 vmbo kader), leerling van het Trias vmbo in Krommenie is een van de leerlingen die via LAKS nauw bij het ontwikkeltraject betrokken zijn. ‘Voor mij is onderwijs pas echt geslaagd als je weggaat met het gevoel ‘wat ik nu heb geleerd, kan ik ook echt in de praktijk toepassen’.’
Vaardigheden leren
‘Laatst hadden we hier bij school een ondernemersdag, waarbij ik leerde om mijn eigen winkel op te zetten. Dat vond ik een goede combinatie van praktijk en theorie, omdat je anders leert leren en met problemen leert omgaan. Volgens mij kun je veel meer vakken op die manier inrichten. Daarom is het ook zo handig dat docenten bij de ontwikkelteams worden betrokken. Juist zij kunnen in het ontwikkeltraject aangeven wat ze in een nieuw curriculum leerlingen kunnen meegeven. Scholen hebben nog tot 17 november de tijd om zich aan te melden als ontwikkelschool.’
Aanmelden ontwikkelscholen tot 17 november. Aanmelding ontwikkelteams gesloten.
vrijdag 13 oktober 2017 | Info | Nieuws | AlgemeenAanmelden ontwikkelscholen tot 17 november. Aanmelding ontwikkelteams gesloten.
Aanmelden ontwikkelscholen tot 17 november. Aanmelding ontwikkelteams gesloten.
Zojuist is de deadline verstreken: aanmelden voor de ontwikkelteams is niet meer mogelijk. Aan alle leraren en schoolleiders die zich hebben aangemeld, hartelijk dank! Medio december wordt bekendgemaakt wie daadwerkelijk kunnen deelnemen. We zullen zo goed als mogelijk gevarieerde teams samenstellen: o.a. vanuit verschillende schooltypen, regio’s en met verschillende achtergrond.
Ontwikkelscholen: aanmelden tot 17 november
De aanmeldmogelijkheid voor ontwikkelscholen wordt verlengd tot 17 november. Gebleken is dat de aanmelding voor schoolteams meer tijd vraagt, vanwege interne afstemming over het schoolplan, de keuzes en voorkeuren van het gehele team. Verschillende scholen hebben ons laten weten graag deel te nemen, maar de aanmelding nog niet rond kunnen maken. Dit is voor ons de reden geweest om de termijn te verlengen.
Is je aanmelding nog niet compleet? Dan ontvang je van ons hierover een mail. Je hebt dan nog een aantal dagen om je aanmelding compleet te maken.
Inschrijving ontwikkelteams gesloten
Leraren en schoolleiders uit het po en vo kunnen zich niet meer inschrijven voor een ontwikkelteam. De inschrijfprocedure is op 13 oktober om 15.00 uur afgesloten. Afgelopen maand hebben bijna duizend leraren en schoolleiders zich geregistreerd voor deelname aan Curriculum.nu. De komende weken vindt de selectieprocedure plaats.
In totaal nemen 130 leraren en 18 schoolleiders deel aan het programma. In 9 ontwikkelteams buigen zij zich over de vraag wat leerlingen moeten leren om uit te groeien tot volwassenen die hun steentje bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan. Medio december wordt bekend gemaakt wie de deelnemers van de ontwikkelteams worden. Begin 2018 beginnen zij aan hun opdracht.
Meer tijd voor ontwikkelscholen
Naast leraren en schoolleiders worden er scholen geworven. Deze ontwikkelscholen, bestaande uit schoolteams, reflecteren gedurende het jaar op tussenresultaten van de ontwikkelteams en gaan aan de slag met het leergebied op een manier die aansluit op hun schoolvisie en ambities.
Scholen hebben aangegeven dat zij meer tijd nodig hebben om een team samen te stellen. Scholen krijgen nu tot 17 november 15.00 uur de tijd om zich in te schrijven. Dit kan via curriculum.nu, waar meer informatie te vinden is over de rol van ontwikkelscholen.
Het is voor het eerst dat in Nederland leraren en schoolleiders uit het po en vo gezamenlijk aan de slag gaan met curriculum om te zorgen voor minder overladenheid, een betere samenhang en doorlopende leerlijnen.
We moeten het enthousiasme van docenten en schoolleiders vasthouden
woensdag 11 oktober 2017 | Info | Nieuws | AlgemeenWe moeten het enthousiasme van docenten en schoolleiders vasthouden
‘Er komt van alles op ons af. We zijn met dit curriculum in staat een duidelijk referentiekader te maken waarin we als onderwijssector de kans krijgen een aanbod te creëren dat past bij de school en de omgeving waarin die school staat. Dus meer onderwijs op maat. Daarom ben ik hier zo enthousiast over.’ Dat zegt Peter Kooy, schoolleider van basisschool De Spits in Utrecht.
Onder zijn teamleden is veel enthousiasme om zich voor een van de ontwikkelteams aan te melden. ‘De meeste reacties die ik hoor zijn positief van: ‘ik zo wel willen meewerken’ tot ‘leuk dat we deze kans krijgen’. Ik zou het zeer plezierig vinden als wij als schoolbestuur ook een actieve bijdrage aan het gehele proces kunnen leveren. Er is hier binnen ons bestuur een grote diversiteit aan scholen voor speciaal onderwijs en academische scholen. Ik heb aangegeven dat wij bij een groot aantal aanmeldingen vanuit onze scholen een interne werkgroep gaan vormen om, als daaraan behoefte is, ook intern ruggenspraak te houden en zaken te bespreken’, aldus Kooy.
Onderwijsbehoefte op maat
Volgens de schoolleider is het nieuwe ontwikkeltraject geslaagd als er een curriculum komt dat beter past bij de onderwijsbehoefte van de kinderen van nu. ‘Een curriculum waarin zij hun talenten kunnen ontwikkelen en op de plek komen waar ze horen. Dat ze als een gelukkige en zelfstandige burger kunnen leven.’ Daarnaast hoopt hij dat er een meer natuurlijke overgang tussen po en vo komt. ‘Zo werken wij hier met een gymnasium samen om de kinderen beter te laten landen in het eerste jaar van de middelbare school. Daarin zijn nog veel meer slagen te maken.’ Ook pleit hij voor contacten met het bedrijfsleven en ondersteuning vanuit de PO-Raad. ‘Het is belangrijk dat zij actief bij dit proces betrokken zijn en ons ondersteunen.’
Eigenaarschap proces
Vicevoorzitter Anko van Hoepen van de PO-Raad is blij met het enthousiasme dat hij bij leraren en schoolbesturen tegenkomt. ‘Overal waar ik kom en over dit proces vertel, reageren mensen enthousiast. Dat enthousiasme willen we graag vasthouden. Wat we nu nodig hebben is dat leraren en schoolleiders zich gaan aanmelden voor de teams. Dit is de kans voor leraren en schoolleiders om zich eigenaar te maken van het proces en samen de bouwstenen ook echt in de praktijk uit te proberen. Het is een kans om binnen het po meer samenhang in het lesprogramma te brengen en binnen het al overladen programma meer antwoord te krijgen op vragen als: wat is de kern? Wat willen we de kinderen op alle scholen meegeven? Waar zit de keuzeruimte? Precies wat Peter Kooy ook al zei. Daar komt een fantastisch mooie discussie op de scholen zelf uit voort. Tegelijkertijd met het beantwoorden van die vraag, bespreken we de hoe-vraag: hoe gaan we dit doen?’, aldus Van Hoepen.
Nu aan de slag
De vicevoorzitter ziet dat scholen niet eerst het ontwikkeltraject afwachten, maar zelf ook al met de verschillende thema’s aan de slag zijn gegaan. ‘Neem digitale geletterdheid. Hierover staat niets in de huidige kerndoelen, maar scholen zijn er wel mee bezig. Dit ontwikkeltraject is een mooie kans om juist zulke thema’s, die nu nog als extra op het bordje van de school komen, te verankeren in nieuwe kerndoelen.’
Leer leerlingen al jong creatief onderzoeken
‘Dit ontwikkeltraject is een kans om van onderaf bouwstenen aan te dragen om het curriculum meer iets van de beroepsgroep zelf te laten zijn. We beginnen met z’n allen aan een nieuw avontuur, dat we nog niet eerder in ons land zijn aangegaan. Een traject waarin de beroepsgroep zelf, ouders en leerlingen zijn betrokken. Ik denk dat het ontwikkeltraject geslaagd is als de opbrengst van deze fase uiteindelijk een goede basis blijkt te zijn van een nieuw curriculum.’
Jilles Veenstra is voorzitter van de Federatie van Onderwijsvakorganisaties (FvOV). ‘Wij zijn als gezamenlijke vakverenigingen nauw bij dit ontwikkeltraject betrokken’, vertelt hij hierover. ‘Ik ben lid van de coördinatiegroep die dit traject aan de voorkant monitort en meedenkt over de inrichting van het hele proces.’
Drukke tijd
‘Ik denk dat het voor de deelnemers van de ontwerpteams heel druk gaat worden. Er komt veel op de deelnemers af en ze krijgen straks ook van alle kanten advies. Als ik dan toch één tip mag meegeven: Probeer vooral de praktische onderdelen van een nieuw curriculum uit de gesprekken met elkaar op te halen, zodat het curriculum dat er straks uitkomt beter met het veld is afgestemd. Vooral de verbinding tussen input en de praktische uitvoering op de scholen zelf zal een hele klus zijn.’
Beperkte groep
Veenstra is blij met de ingeslagen weg, al weet hij ook dat een beperkte groep leraren zich voor een ontwikkelteam gaat aanmelden. ‘Een kleine groep gaat zich melden voor de ontwikkelteams, maar een veel grotere groep leraren zal op de deelnemende scholen een bijdrage leveren aan de bouwstenen voor een nieuw curriculum. De stem van de leraren zal hopelijk op basis van dit traject veel beter doorklinken in het nieuw te ontwikkelen curriculum. Het is goed dat docenten nu de mogelijkheid krijgen om zelf de regie te nemen in het proces’, aldus Veenstra.
Goed initiatief
Een van die docenten is Gerhard van Hunnik. Hij werkt op het Jordan Montessori Lyceum Utrecht in Zeist. Daarnaast is hij bestuurslid van de NVON, de Nederlandse vereniging voor het onderwijs in de natuurwetenschappen. ‘Toen drie jaar geleden met het nieuwe curriculum werd gestart, vond ik dat een goed initiatief en ook nu sta ik op zich achter de beslissing om met de ontwikkelteams te starten. Alleen vind ik het jammer dat de deadline voor aanmelden zo krap is. Vooral ook omdat er nog maar mondjesmaat over gecommuniceerd is. Ik heb ervan gehoord omdat ik bestuurslid ben van de NVON. Ik heb lange tijd overwogen mij aan te melden, maar aarzel vanwege de hoge tijdsinvestering van 274 uur. Wel praat ik er veel met collega’s over en weet ik dat enkelen van hen willen meedoen.’
Creatief onderzoeken
Van Hunnik heeft nog wel wat tips voor een nieuw curriculum. ‘Wil je het vak wetenschapsoriëntatie veel meer handen en voeten geven, dan moet je leerlingen leren om onderzoekend informatie te verzamelen. Veel leerlingen in het po bijvoorbeeld leren veel liever met hun handen dan met hun hoofd, dus richt het vak daar dan ook op. En ook in de onderbouw van het vo moeten leraren meer vrijheid nemen om los van de boeken leerlingen te leren onderzoeken. De bekende professor Robbert Dijkgraaf breekt graag een lans voor meer creativiteit onder studenten. Maak het leerlingen in het po en vo mogelijk om zelf onderwerpen aan te dragen die ze leuk vinden. Dan krijg je al jong veel meer interesse voor de bètavakken.’
Communicatie en draagvlak zijn sleutelwoorden voor een geslaagd ontwikkeltraject
vrijdag 6 oktober 2017 | Info | Nieuws | AlgemeenCommunicatie en draagvlak zijn sleutelwoorden voor een geslaagd ontwikkeltraject
Ze is er erg enthousiast over, maar meldt zich hoogstwaarschijnlijk toch niet voor een ontwikkelteam aan. Docente Natuurkunde Mariëlla Verhage (33) van het Augustinianum in Eindhoven heeft daarvoor een duidelijke reden. ‘Het ontbreekt mij helaas aan tijd. Als je dit doet, moet je je voor 100 procent inzetten.’ NVON-voorzitter Huib van Drooge (68) begrijpt Mariëlla’s beslissing maar al te goed, maar jammer. Hij blijft docenten enthousiasmeren om mee te doen om samen het onderwijs van de toekomst vorm te geven.
Mariëlla is lid van Jong NVON, de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen. Het NVON is nauw betrokken bij de opzet van de ontwikkelteams. ‘Huib van Drooge heeft mij hierover verteld’, vertelt Mariëlla, die zich binnen Jong NVON en op de school waar ze werkt met de verdere ontwikkeling van haar vakgebied bezighoudt.
Enthousiaste docenten
Volgens haar zijn veel jonge docenten die zij spreekt enthousiast dat zij nu zelf aan een nieuw curriculum kunnen bouwen. ‘Ik weet zeker dat veel docenten willen meedoen. Maar er is nog te weinig over het traject gecommuniceerd. Als Huib mij er niet op had gewezen, had ik niet eens van het bestaan van de ontwerpteams gehoord. Daarnaast ben ik bang dat oudere docenten afhaken. Zij hebben al te vaak meegemaakt dat voorgestelde onderwijsveranderingen niet brachten wat het ministerie ervan verwachtte.’
Communicatie belangrijk
‘Communicatie en het creëren van draagvlak zijn bij deze trajecten erg belangrijk. Hier ligt dus een taak voor de VO-raad en schoolbesturen. Dit ontwikkeltraject is wat mij betreft geslaagd als alle vakdocenten op de scholen het idee hebben dat ze kans kregen om mee te doen. Dat ze een keuze hadden om ja of nee te zeggen. Dat kan alleen als dit traject beter op scholen bekend wordt gemaakt’, aldus Mariëlla.
Hoge werkdruk
NVON-voorzitter Huib van Drooge (68) begrijpt Mariëlla’s beslissing maar al te goed. ‘Veel docenten zijn enthousiast en willen meebouwen, maar haken uiteindelijk door werkdruk af. Dat is jammer en een slecht teken, want het is hard nodig dat we samen onderzoeken wat onderwijs in toekomst nodig heeft. Daarom blijf ik docenten voor deelname enthousiasmeren en roep ik jong en oud op om zich voor een van de ontwikkelteams op te geven. Overigens denk ik niet dat het vooral oudere docenten zijn die nu afhaken. Bij de vernieuwingsprojecten voor scheikunde waren het juist oudere docenten die pilots wilden draaien. Jonge docenten hebben vaak naast hun werk ook een druk gezin. Ook dat speelt vaak in de beslissing mee.’
Innovatief en concreet
De school waar Mariëlla lesgeeft, staat open voor innovatieve onderwijsprogramma’s. Ook jong NVON biedt veel nieuwe onderwijsontwikkelingen en technieken aan die direct in de les gebruikt kunnen worden. Volgens Mariëlla een goede zaak. ‘Het je voortdurend ontwikkelen is belangrijk voor het onderwijs. Zoiets verwacht ik eigenlijk ook straks van de ontwikkelteams. Geen rigoureuze curriculumveranderingen, maar materiaal waarmee scholen meteen aan de slag kunnen. Ik denk verder dat er meer projectonderwijs komt, waardoor leerlingen nog meer de verbanden tussen de bètavakken gaan zien en begrijpen waarvoor ze iets moeten leren. Tegelijkertijd hoop ik dat we voor natuurkunde toch ook de klassikale instructie voor een deel behouden of je moet omschakelen naar videolessen. Naar mijn idee hebben havisten veel behoefte aan zo’n klassikale uitleg.’
Geen keuze, maar noodzaak
Volgens Van Drooge is het aanpassen van het curriculum geen keuze, maar noodzaak. ‘We kunnen niet op dezelfde voet doorgaan als voorheen. De leerling van nu moet over veel vaardigheden beschikken om mee te kunnen komen in de maatschappij. Het huidige curriculum is vooral uit vakken opgebouwd, terwijl de maatschappij veel meer een integratie van vakken nodig heeft. Toekomstige volwassenen hoop je met onderwijs een combinatie mee te geven van kennis, diepgang en samenhang van individuele vakken, gecombineerd met digitale geletterdheid en burgerschap. Dat ze weten hoe ze met de media, met elkaar moeten omgaan. Dat ze leren hoe ze informatie kunnen opzoeken en gebruiken. Tegelijkertijd doen we dat vanuit het nu. De maatschappij kan er over tien jaar heel anders uitzien, waardoor weer andere kennis nodig is. Daarom moeten we onze leerlingen zo opleiden dat ze zich gemakkelijk nieuwe kennis en vaardigheden eigen maken. Daar zet ik mij graag voor in.’
Curriculum.nu aanwezig bij de Nacht van de Leraar
donderdag 5 oktober 2017 | Info | Nieuws | AlgemeenCurriculum.nu aanwezig bij de Nacht van de Leraar
Tijdens de Nacht van de Leraar verzorgde Curriculum.nu een workshop binnen het thema Leraar van de toekomst. Een mooie kans om te vertellen over het traject en vooral ook om de oproep te doen aan scholen, leraren en schoolleiders om zich aan te melden. We hebben diverse vragen beantwoord, waaronder veel vragen over de rol van ontwikkelscholen. Daarom zetten we hier de belangrijkste informatie over de rol van ontwikkelscholen nogmaals op een rij.
We zoeken 84 scholen die aan de slag willen als ontwikkelschool. Deze scholen zijn verbonden aan één van de 9 leergebieden. Als ontwikkelschool krijg je de mogelijkheid om jullie eigen schoolcurriculum op een bepaald leergebied verder te ontwikkelen. Aanmelden doe je op basis van een eigen plan van aanpak, zoals je dat wellicht al hebt opgenomen in je schoolplannen. Jullie stellen zelf je doelen, bepalen de succesfactoren en bepalen ook hoe jullie de uitwerking oppakken en met wie. Aan de hand van een evaluatie gaan we bij de scholen na wat ze bij deze curriculumontwikkeling tegenkomen: wat gebeurt in het team? Aan welke nascholing hebben zij behoefte? Moeten er zaken veranderen in de schoolorganisatie? Dat levert input op voor het vervolgproces.
Verder geef je als ontwikkelschool input voor en reactie op de tussenproducten van de ontwikkelteams. Dat kan bijvoorbeeld op basis van een gesprek in het team, of aan de hand van materiaal wat jullie zelf al hadden ontwikkeld of via een enquête die de ontwikkelteams aan ontwikkelscholen voorleggen.
Voor nog meer vragen en antwoorden over ontwikkelscholen, het aanmelden en het vervolgproces kan je hier verder lezen.
Leraren aan zet voor herijking curriculum
Tot 13 oktober kunnen leraren en schoolleiders zich aanmelden voor het programma om mee te denken over de herijking van het onderwijscurriculum. ‘Dit is het moment dat leraren van zich kunnen laten horen, we moeten het moment pakken, anders ben ik bang dat de politiek het weer overneemt’, aldus lerares Arianne van Os en tevens lid van het CNV Onderwijs. ‘Ik ben zo blij dat we zelf inspraak krijgen in het bouwen van het nieuwe curriculum, juist als leraar weet je waar het wringt en wat juist wel heel goed gaat’. Loek Schueler, voorzitter CNV Onderwijs, voegt daar aan toe: ‘Verandering op zich moet geen doel zijn, want wat goed is, moet goed blijven. Tien jaar geleden had nog bijna geen leerling een mobiele telefoon, nu heeft elk kind er een. Dan is het goed om te kijken hoe je dit soort ontwikkelingen kunt gebruiken in de les. Er zijn echter wel heel veel dingen verouderd in ons onderwijs waar goed naar gekeken moet worden en waar we over moeten beslissen hoe we daar in de toekomst mee om gaan.’
Digitalisering
‘Neem als voorbeeld digitalisering. Er zijn veel tools in de scholen om digitaal te werken. Computers, tablets, digibords noem maar op. Maar we hebben nooit vastgelegd hoe kinderen zich daarmee moeten ontwikkelen. Hoe gaan we om met de digitale vaardigheden?’ vraagt Schueler zich af. Van Os is vorig jaar naar Canada afgereisd om te zien hoe scholen daar omgaan met digitalisering. ‘In Canada hebben ze digitalisering al meegenomen in de curriculum vernieuwing. Je ziet direct wat een positief effect dat heeft op het onderwijs. Leerlingen volgen op een tablet hun eigen ontwikkeling tijdens de gymles. Hoe ver of hoog sprong ik vorige maand? En hoever ben ik nu?’
Burgerschap
Schueler vervolgt: ‘Burgerschap is ook een duidelijk voorbeeld. Onze maatschappij vraagt steeds meer van leerlingen. Wie ben je, wat vind je, waarom vind je dat, hoe presenteer je jezelf? Dit heeft veel impact op wat leerlingen moeten kennen en kunnen om ze klaar te stomen voor het bedrijfsleven. Er zijn zeker scholen die hiermee bezig zijn, maar hoe we hier mee omgaan is nog niet verankerd.’
Goede energie
‘Ik ben ervan overtuigd dat door de belangrijke rol die leraren en schoolleiders in deze ontwikkeling spelen, veel kennis en ervaring vanuit de praktijk wordt opgehaald. Dit is cruciaal om het onderwijs van de toekomst vorm en inhoud te geven en te zorgen dat het onderwijs van de toekomst veel herkenbaarder voor ze zal zijn. Dit zal de werkdruk ook verlagen en goede energie aan iedereen die in het onderwijs werkt geven’, aldus Schueler. Van Os: ‘Wij zijn als leraren nu echt zelf aan zet. Juist door actief mee te doen zorgen we ervoor dat dit geen papieren exercitie wordt. We moeten nu investeren om daar straks de vruchten van te plukken.’
Professionele afwegingen moeten veel meer bij de scholen liggen
donderdag 28 september 2017 | Info | Nieuws | AlgemeenProfessionele afwegingen moeten veel meer bij de scholen liggen
De herziening van het curriculum is volgens Petra van Haren, voorzitter Algemene Vereniging Schoolleiders, uiterst noodzakelijk. 'We komen uit een top-down periode, waarin de kaders voor het curriculum van bovenaf zijn opgelegd. Dat past niet meer bij deze tijd. Daarnaast leren kinderen niet alleen op school, maar 24/7 omdat er zoveel vormen van communicatie zijn bijgekomen. Het is heel belangrijk dat er integraal gekeken wordt naar wat ze moeten leren. En juist de mensen uit het veld hebben daar hele duidelijke ideeën bij omdat ze zo dicht bij de leerlingen staan. Als AVS zijn we daarom ontzettend blij dat leraren en schoolleiders aan zet zijn.'
Kindgericht onderwijs
Mirelle Vermeulen, schoolleider van Basisschool Hof van Weide in Leidsche Rijn voegt daar aan toe: 'Ik ben een grote voorstander van kindgericht onderwijs. Maar dit vraagt veel van leraren. Het is daarom heel belangrijk dat er onderling veel vertrouwen is. Dit begint al bij het Ministerie die het veld de ruimte geeft om goed over het curriculum na te denken. Maar ook besturen en schoolleiders zullen vertrouwen moeten geven aan de docenten om de juiste keuzes te maken voor kinderen.' Gedeeld leiderschap is volgens Vermeulen een sleutel tot succes. Ze ziet dat dit inmiddels al vruchten afwerpt op haar school. 'Wat mij betreft wordt er in het nieuwe curriculum een goede basis vastgelegd, maar krijgen scholen daarnaast veel meer vrijheid om professionele afwegingen te maken over wat goed is het voor het kind. De overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs verloopt nu bijvoorbeeld vaak moeizaam. Sommige kinderen zijn daar al veel eerder aan toe en worden te veel geremd, anderen hebben wat meer tijd nodig omdat ze er juist nog niet aan toe zijn. Als we meer naar het kind kunnen kijken en de verantwoordelijkheid bij de school kunnen leggen dan zal het kind daar veel profijt van hebben.'
Leren is leuk
Van Haren heeft een heel duidelijke visie voor de herziening van curriculum: plezier in leren. Mirelle sluit daar bij aan: 'Blije kinderen vormen de basis van een tolerante samenleving. Als zij met plezier naar school gaan en het goed naar hun zin hebben dan verhoogt dit de onderlinge tolerantie.' 'Onze samenleving verandert snel, dus we zullen ons hele leven moeten blijven leren. Het leven is veel leuker als je dat met plezier doet. Wat mij betreft is dit de belangrijkste missie van de herziening van het curriculum, aldus Van Haren.'
Schrijf je in voor herziening onderwijscurriculum
maandag 18 september 2017 | Info | Nieuws | AlgemeenSchrijf je in voor herziening onderwijscurriculum
Vanaf vandaag kunnen leraren, schoolleiders en scholen zich inschrijven voor Curriculum.nu. Zo’n 20 schoolleiders en 130 leraren uit het primair en voortgezet onderwijs (po en vo) krijgen de kans om te werken aan de herziening van het curriculum. Voor 9 vakgebieden buigen zij zich, in zogenoemde ontwikkelteams, over de vraag wat leerlingen moeten leren om uit te groeien tot volwassenen die hun steentje bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan. Inschrijven kan tot 13 oktober via www.curriculum.nu.
Het is voor het eerst dat Nederlandse leraren en schoolleiders uit het po en vo gezamenlijk aan de slag gaan met curriculum om te zorgen voor minder overladenheid, een betere samenhang en doorlopende leerlijnen.
De scholen van de geselecteerde deelnemers ontvangen een financiële tegemoetkoming om leraren en schoolleiders hiervoor tijd te geven. De periode tot en met 15 december 2017 staat in het teken van de werving en selectie. En in februari 2018 starten de ontwikkelteams, die volgend jaar vier keer bij elkaar komen. De ontwikkelteams toetsen tussenresultaten bij diverse scholen in het land en gaan hierover in gesprek met onder andere leerlingen, wetenschappers en het vervolgonderwijs. Begin 2019 brengen zij hun advies uit aan het Ministerie van OCW, waarna besluitvorming in de Tweede Kamer volgt.
Inzet voor de herziening
Het huidige curriculum van po en vo is in 2006 vastgesteld in zogenaamde kerndoelen en eindtermen. Hierin staat wat leerlingen moeten kennen en kunnen. In elf jaar tijd is de samenleving sterk veranderd, worden er andere eisen gesteld voor de arbeidsmarkt en heeft ICT een grote invloed gekregen op ons dagelijks leven. Een herzien curriculum moet volgens de initiatiefnemers resulteren in uitdagend, evenwichtig en toekomstbestendig onderwijs, waarin alle niveaus goed op elkaar aansluiten en de leraar weer aan zet is. De herijking biedt tevens kans om bestaande knelpunten aan te pakken, zoals:
- De overladenheid van het onderwijsprogramma. Vanuit de samenleving en de politiek wordt steeds opnieuw een appèl op scholen gedaan aandacht aan nieuwe vraagstukken te schenken, terwijl er nooit wat af gaat. Noodzakelijke (vak)vernieuwingen vinden te weinig of te geïsoleerd plaats. Er is geen sprake van een integrale vernieuwing. Hierdoor stapelt het onderwijsprogramma zich op.
- De breed geformuleerde kerndoelen die weinig houvast beiden voor leraren. De lesmethode of het lesboek blijft in de klas leidend. Op die manier worden leraren steeds meer uitvoerders in plaats van regisseurs van hun vak.
- Het gebrek aan motivatie onder leerlingen, die liever zien dat er meer verbinding tussen de inhoud van vakken ontstaat. Hierdoor wordt het onderwijs meer betekenisvol.
Selectie
Er starten ontwikkelteams voor de volgende leergebieden: Burgerschap, Digitale geletterdheid, Engels/moderne vreemde talen, Nederlands, Rekenen & Wiskunde, Bewegen & Sport, Kunst & Cultuur, Mens & Natuur en Mens & Maatschappij. Geïnteresseerde leraren, schoolleiders en ontwikkelscholen kunnen zich hiervoor inschrijven. Alle inschrijvingen worden onderworpen aan een zorgvuldige selectieprocedure.
Internationale ontwikkeling
Nederland staat niet alleen in deze ontwikkeling. In totaal zijn er 20 landen die zich nu bezighouden met de vraag welke competenties leerlingen voor de toekomst nodig hebben en wat dit betekent voor het onderwijs. De OESO houdt momenteel een onderzoek onder deze landen. De eerste rapportage over de bevindingen wordt volgend jaar verwacht.
Curriculum.nu is het vervolg van Onderwijs2032 en een initiatief van een brede onderwijscoalitie die uit de Onderwijscoöperatie, de PO-Raad (sectororganisatie primair onderwijs), de VO-Raad (sectororganisatie voortgezet onderwijs), de AVS (Algemene Vereniging Schoolleiders), het LAKS (Landelijk Aktie Komitee Scholieren) en Ouders & Onderwijs bestaat. In de uitvoering wordt inhoudelijk samengewerkt met SLO. Het Ministerie van OCW maakt dit initiatief mede mogelijk.
Vandaag werken aan het onderwijs van morgen? Doe mee!
maandag 28 augustus 2017 | Info | Nieuws | AlgemeenVandaag werken aan het onderwijs van morgen? Doe mee!
Ben je leraar of schoolleider en wil je meewerken aan het curriculum in het primair en voortgezet onderwijs? Of wil je als school hieraan bijdragen? Curriculum.nu is op zoek naar:
- 130 leraren en 18 schoolleiders die in teams willen werken aan het curriculum: wat moeten leerlingen kennen en kunnen?
- 84 scholen die bijdragen aan de ontwikkeling van het curriculum, door inbreng en feedback te geven vanuit hun praktijk.
Begin 2018 starten 9 ontwikkelteams: Nederlands, Engels, Rekenen/ wiskunde, Digitale Geletterdheid, Burgerschap, Kunst & Cultuur, Bewegen & Sport, Mens & Natuur en Mens & Maatschappij. Elk ontwikkelteam bestaat uit leraren en schoolleiders uit het primair en voortgezet onderwijs. In verschillende stappen beantwoorden de teams de vraag wat er tot het onderwijscurriculum zou moeten behoren. Ontwikkelscholen reflecteren vanuit de eigen praktijk op voorstellen en ontwikkelen uitwerkingen voor de eigen school.
Aanmelden
Vanaf 18 september kan je je aanmelden. Geïnteresseerd? Lees meer over deze uitdaging op www.curriculum.nu/meedoen.
Curriculum.nu
Wat moeten leerlingen kennen en kunnen? Wat willen we behouden, wat moeten we toevoegen en wat laten we los? Hoe houden we ruimte voor scholen om zelf het programma in te vullen, aansluitend op hun visie, leerlingen en omgeving? Het is inmiddels 11 jaar geleden dat we in Nederland deze vragen hebben beantwoord voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. In de tussentijd is het landelijk curriculum op punten wel aangepast. Nu is het tijd om dit integraal te doen en te zorgen voor samenhang, doorlopende leerlijnen en om overladenheid terug te dringen.
Curriculum.nu is een gezamenlijk initiatief van de Onderwijscoöperatie, de PO-raad, de VO-raad, AVS, LAKS en Ouders & Onderwijs De uitvoering vindt plaats in samenwerking met SLO.
Meer informatie op www.curriculum.nu en www.curriculum.nu/meedoen.
Leraren en schoolleiders gaan curriculum actualiseren
woensdag 26 juli 2017 | Info | Nieuws | AlgemeenLeraren en schoolleiders gaan curriculum actualiseren
Onder de naam Curriculum.nu buigen leraren, schoolleiders en scholen zich in 2018 over de vraag wat leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs moeten kennen en kunnen. Dit gebeurt voor 9 thema’s of vakgebieden, zoals Nederlands, wiskunde en digitale geletterdheid. Eind 2018 presenteren de teams hun resultaten, die de basis leggen voor nieuwe kerndoelen en eindtermen. Dit staat in de brief die staatssecretaris Dekker vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
In april debatteerde de Tweede Kamer over een plan van aanpak voor een eigentijds onderwijsaanbod. Met een aantal moties heeft de Kamer verzocht om het plan aan te passen. Na intensief overleg met vakverenigingen, stichting platform vmbo’s, het vervolgonderwijs en lerarenopleidingen heeft de Coördinatiegroep (CG) het plan aangescherpt. De CG is een brede coalitie in het onderwijs waaraan de Onderwijscoöperatie, de VO-Raad, de PO-Raad, AVS, LAKS en Ouders & Onderwijs deelnemen.
Meer samenhang
Na het Kamerdebat in april hebben alle vakverenigingen het belang onderstreept dat het curriculum van hun vak of leergebied tegen het licht wordt gehouden. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om naar de onderlinge samenhang tussen leergebieden te kijken en keuzes te maken over wat tot de vaste kern gaat behoren. Deze kern beschrijft de kennis en vaardigheden die relevant zijn voor elke leerling in het primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo). Zo ontstaat er (meer) ruimte voor scholen om onderwijs te geven dat aansluit op hun visie, leerlingen en omgeving.
In de ontwikkelfase staan de volgende leergebieden centraal: Nederlands, Engels, wiskunde/rekenen en Digitale geletterdheid en Burgerschap, Bewegen en Sport, Kunst en Cultuur, Mens en Maatschappij, en Mens en Natuur, waar techniek onderdeel van wordt. Voor elk leergebied komt er een ontwikkelteam.
Verouderde eindtermen en kerndoelen
De Tweede Kamer stelt op landelijk niveau vast wat leerlingen minimaal moeten kennen en kunnen. Dit is 11 jaar geleden voor het laatst gebeurd. Smartphones en sociale media moesten nog doorbreken. Ondertussen dreigt het onderwijsprogramma overladen te worden en behoeft (voor sommige leergebieden) de overgang van het voorschoolse naar het po, van po naar vo en van het vo naar het vervolgonderwijs verbetering. Het herijken van kerndoelen en eindtermen moet deze knelpunten wegnemen.
Werving
De expertise van leraren is hierin essentieel. Leraren krijgen daarom een belangrijke rol in de ontwikkelfase. In elk ontwikkelteam zitten circa 6 leraren uit het po, 6 leraren uit het vo en 2 schoolleiders. Na de zomervakantie start de werving van leraren en scholen. Op de website curriculum.nu kunnen leraren, schoolleiders en scholen hun interesse kenbaar maken voor deelname aan de ontwikkelfase.
Aanpak
De 9 ontwikkelteams starten in maart 2018 met hun opdracht en komen vier keer bij elkaar in meerdaagse sessies. De opgedane ideeën toetsen de ontwikkelteams in de praktijk bij diverse scholen in het land onder leraren en leerlingen, maar ook bij lerarennetwerken, ouders, experts en het bedrijfsleven. Ervaringen en kennis worden gedeeld op curriculum.nu. Voor advies kunnen de ontwikkelteams terecht bij curriculumexperts. Eind 2018 ronden de teams de ontwikkeling van bouwstenen af. Daarmee eindigt hun opdracht.
Vervolg
Onder de vlag curriculum.nu wordt de volgende stap gezet naar een eigentijds curriculum.
Dit traject is een vervolg op Onderwijs2032. In 2019 debatteert de Tweede Kamer en het Kabinet hierover en bepalen zij het vervolg van dit traject.